Stolperschweller en QR-info over per tram weggevoerde Joden uit Amsterdam

door | jan 27, 2025 | Herdenken, Nieuws

Vandaag zijn er op drie plaatsen in Amsterdam Stolperschweller geplaatst, Stolpersteine maar dan breder, dorpels (Schweller) in plaats van Steine (stenen). De markeringen zijn aangebracht op drie tramhaltes op plaatsen waar in de jaren 1942-1943 tienduizenden Joden per tram zijn afgevoerd, eerst veelal naar de Hollandsche Schouwburg; en ook daarvandaan naar de treinen die naar Westerbork en vandaar naar de kampen in Duitsland, Polen en Tsjechië reden.

De aandacht hiervoor is gekomen naar aanleiding van een door Willy Lindwer en Guus Luijters gemaakte film, De verdwenen stad die in maart 2024 in première ging. De gemeente Amsterdam, het gemeentelijk vervoerbedrijf van Amsterdam (GVB) en het Centraal Joods Overleg hebben naar aanleiding van de film een aantal initiatieven genomen om de herinnering aan dit vervoer te markeren in het straatbeeld van Amsterdam.

V.l.n.r. GVB-directeur Claudia Zuidwijk, burgemeester Femke Halsema met mevrouw Benninga-Warendorf die in de film De verdwenen stad vertelde over haar transport per tram.

Namens het Centraal Joods Overleg was bestuurssecretaris Ruben Vis bij de onthulling van de Stolperschweller, de QR-code en de hernoeming van de tramhalte op de Plantage Middenlaan aanwezig. Hij zei er dit:

We wisten het wel, maar realiseerden we het ons ook? We wisten dat de Amsterdamse Joden, maar niet alleen de Amsterdamse, ook de in Amsterdam bijeengedreven Joden uit andere plaatsen, naar de Hollandsche Schouwburg en naar de stations Muiderpoort en Centraal werden vervoerd. We hadden de film en het gelijknamige boek De verdwenen stad van Willy Lindwer en Guus Luijters nodig om het ons ook te realiseren. Willy Lindwer en wijlen Guus Luijters. Guus Luijters overleed op 3 januari, drie weken geleden.

Het was Guus Luijters met zijn oog voor gevoelige details die in een lezing in de Openbare Bibliotheek Amsterdam aan het Oosterdok op 31 januari 2018 bij de presentatie van een ander boek dat hij schreef over de Shoa, de deportaties uit Nederland 1940-1945, in ieder geval voor mij, uiterst scherp de vinger legde op een aspect van de Jodenvervolging dat naar ik meen tot dan onderbelicht was gebleven.

Voordat de deportaties op gang kwamen, waren er oproepen geweest. Zo’n 4000 Joden kregen thuis een oproep dat zij zich moesten melden. Presser schrijft in Ondergang: “Inmiddels kwamen de eerste oproepen, per extra bestelling door de post op zondag 5 juli 1942.” Toen bleek dat zij niet in voldoende aantallen kwamen opdagen, greep de nazi-bezetter naar andere middelen en startten de razzia’s. Waarbij de trams als vervoermiddel werden ingezet. Maar, zei Luijters, dit niet op komen dagen van de Amsterdamse Joodse bevolking moet niet anders worden gezien dan als een massale daad van verzet. Zijn uitspraak staat mij nog helder voor de geest.

In hun film komt Albert Joachimsthal voor. Op de stenen portiektrap die leidt naar hun toenmalige woning aan de Zoomstraat in de Rivierenbuurt vertelde Albert aan Willy Lindwer en Guus Luijters hoe hij met zijn ouders vanuit huis naar het huidige Victorieplein moest gaan en zij op miraculeuze wijze op dat moment aan gedwongen vertrek per tram konden ontspringen. Later zouden zij via Westerbork naar Bergen Belsen worden vervoerd waar Alberts vader van uitputting en ziekte stierf.

Toen de film uitkwam was het voor het Centraal Joods Overleg zonneklaar dat er herinneringstekens moesten komen aan de massale deportaties per tram met name op de haltes waarvandaan in de meeste gevallen de trams vertrokken. Zoals hier op de Plantage Middenlaan, en verder op het Victorieplein en op de halte Beethovenstraat hoek Gerrit van der Veenstraat. Openbaar vervoer, per tram of anderszins, is bijna per definitie intrinsiek onderdeel van het alledaagse. Juist daarom is het van belang om het besef te kweken dat met zoiets alledaags als de tram Joden, mede-Amsterdammers, gewone inwoners van de stad, werden afgevoerd, hun dood tegemoet.

Het Centraal Joods Overleg is erkentelijk voor het feit dat GVB en Gemeentebestuur zich onmiddellijk bereid hebben verklaard om deze herinneringstekens te plaatsen en om, naar een idee dat onze Joodse stadsgenoot Etienne Denneboom op 14 maart opperde in een lezersbrief in het Parool, de naam van de tramhalte hier op de Plantage Middenlaan aan te passen en te verbinden aan het Holocaustmuseum dat vorig jaar is geopend.

Dat door middel van een op de halte te scannen QR-code de achtergrond van de Stolperschweller en het verhaal van de deportatie per – nogmaals – zoiets alledaags als de tram, het openbaar vervoer, diepgaander aan de OV-reiziger van vandaag en morgen wordt verteld, geeft de boodschap die van de Stolperschweller en van de hernoemde halte uitgaat, nog meer reliëf en de diepgang die het verdient.