Joodse vervolgingsslachtoffers opnieuw gebruuskeerd door de NS

door | jun 26, 2020 | Herdenken, Nieuws, Restitutie

Amsterdam, 26 juni 2020


Vandaag heeft Roger van Boxtel in een gesprek met vertegenwoordigers van de Joodse gemeenschap laten weten dat de NS €5 miljoen geeft aan vier herinneringscentra over de Tweede Wereldoorlog. Dit is volgens de NS de collectieve uiting van erkenning die is aanbevolen door de Commissie Cohen om tegemoet te komen aan de medeverantwoordelijkheid van de NS voor de moord op 102.000 Nederlandse Joden door de nazi’s. Ca 5000 overlevenden en hun kinderen hebben separaat een individuele tegemoetkoming gekregen.


De Joodse organisaties, bestaande uit het Centraal Joods Overleg (CJO), de World Jewish Restitution Organisation (WJRO) en het Verbond Belangenbehartiging Vervolgingsslachtoffers (VBV), die gezamenlijk de belangen van de Nederlandse vervolgingsslachtoffers vertegenwoordigen in binnen- en buitenland, kregen dit voornemen vanmiddag als een dictaat opgelegd door de NS. De aanbeveling van de Commissie Cohen om in overleg met de betrokkenen tot een ‘collectieve uiting van erkenning’ te komen werd hiermee geschonden. De NS heeft een lange geschiedenis in het negeren van de Joodse gemeenschap. Deze handelswijze van vanmiddag past erin en zet hiermee een gedrag voort, waarvan wij juist gehoopt hadden dat het na de overeenkomst met de heer Salo Muller tot het verleden zou behoren.


Hoewel de vier herinneringscentra respectabele doelen zijn, doet een donatie van €5 miljoen geen recht aan het feit, dat vele van de 102.000 vermoorde Joodse Nederlanders met behulp van de NS naar de kampen vervoerd zijn. Het past niet, dat aan de ca 5000 overlevenden en hun kinderen in het totaal een bedrag van ca €40 miljoen wordt uitgekeerd en het de 102.000 vermoorden op deze wijze gemarginaliseerd worden. In het oorlogsleed dat mede door de NS aan de Joodse gemeenschap in Nederland is aangedaan, is vandaag een nieuwe hoeveelheid zout in de wonden toegevoegd.


De Joodse organisaties hadden er bij de NS op aangedrongen, naast aan herinnering, ook bij te dragen aan de zorg voor de groep nog levende oorlogsslachtoffers. Bovendien zou hulp voor de continuïteit van het gedecimeerde Joodse leven in Nederland op zijn plaats geweest zijn. Overleg heeft hierover niet plaats gehad. De NS heeft geheel zelfstandig besloten, we achten dit buitengewoon respectloos. Voor de Joodse organisatie reden om elke vorm van samenwerking met de NS op te schorten.