CJO-voorzitter in Rosj Hasjanatoespraak: brute aanval heeft diepe littekens achtergelaten

door | sep 26, 2024 | Nieuws | 0 Reacties

Lees de toespraak die Chanan Hertzberger hield bij de ontvangst ter gelegenheid van Rosj Hasjana, het Joodse nieuwjaar, in Den Haag.

Wij zijn vereerd dat zoveel vertegenwoordigers van de lokale en regionale overheden, politici, en bestuurders van verschillende Joodse organisaties vandaag de weg naar Nieuwspoort hebben weten te vinden. Zeker in het licht van de situatie waarin de Joodse gemeenschap zich momenteel bevindt, zijn de onderlinge banden van groot belang.

Rosj Hasjana  

Voordat ik daar verder op in ga wil ik met u stilstaan bij de betekenis van Rosj Hasjana, het Joodse Nieuwjaar, een periode die voor onze gemeenschap van grote betekenis is.  

Rosj Hasjana is meer dan het begin van het Joodse jaar 5785. Het is een tijd van inkeer en bezinning, van spirituele hernieuwing waarin we reflecteren op het afgelopen jaar, we onze daden overdenken en we terugblikken op wat goed en wat is fout is gegaan. Maar Rosj Hasjana is ook een tijd waarin we ons voorbereiden op een jaar met nieuwe kansen, een tijd waarin we nadenken over hoe we onszelf en de wereld in het nieuwe jaar kunnen verbeteren.

Op Rosj Hasjana is het eten van een stukje appel gedoopt in honing een belangrijk ritueel. De appel, een eenvoudige vrucht, staat voor onze hoop op een leven dat in balans is met G-d, onszelf, onze familie en de samenleving. De zoete honing symboliseert het goede en aangename dat we hopen te ontvangen. Door een stuk appel in honing te dopen, spreken we de wens uit, voor een sjana tova oemetoeka, voor een goed en zoet jaar.

7 oktober

Als we terugkijken op het afgelopen jaar dan is de pogrom van 7 oktober allesoverheersend. Wat een feestdag had moeten zijn ontaarde in een nietsontziende slachting waarbij ruim 1.200 mensen op brute wijze werden vermoord, talloze vrouwen en kinderen werden opgejaagd, vernederd, verkracht, verminkt en afgeslacht. Daarnaast werden honderden Israëlische burgers gegijzeld en meegesleept naar Gaza. Nog steeds zitten 101 levens opgesloten in de terreurtunnels van Hamas. Het lijden dat zij en hun families doorstaan voelen we elke dag.Deze aanval heeft diepe littekens achtergelaten, binnen en buiten Israel, bij Joden en niet-Joden. Nog voordat Israel reageerde op deze uitsluitend op burgers gerichte aanval van Hamas stak het antisemitisme de kop op. Eerst in bedekte termen waarbij zogenaamde specialisten stelden dat Israel de slachting over zichzelf had afgeroepen. Maar deze terughoudendheid maakte al snel plaats voor een onverhuld antisemitisch sentiment, vaak gemaskeerd als ‘anti-zionisme’ maar ook heel vaak onverhuld tegen ‘de Joden’.

Ik heb me altijd gerealiseerd dat antisemitisme latent aanwezig is in Nederland. Maar ik heb nooit rekening gehouden met een situatie waarin Joden in Nederland, in het vrije Nederland, op veel plekken niet meer openlijk Joods kunnen zijn. Toch is dat inmiddels de realiteit in ons land, waar universiteiten en hogescholen de banden met Israëlische instellingen willen doorsnijden, waarin Joden niet meer openlijk een Magen David – Davidster kunnen dragen, waarin Joodse monumenten worden beklad en Joodse artiesten niet meer kunnen optreden.

Het CIDI rapporteerde een enorme toename van antisemitische uitingen en handelingen, zowel online als in de fysieke wereld. Niet alleen de hoeveelheid antisemitisme is verontrustend, vooral ook de plaatsen waar het zich manifesteert is een grote reden tot zorg. Juist op plekken waar sprake zou moeten zijn van begrip en dialoog, zoals op hogescholen, universiteiten en onder academici is sprake van openlijk anti-Joodse sentimenten. Studenten en docenten die zich identificeren met het Joodse volk of die hun steun aan Israël betuigen, worden geconfronteerd met intimidatie, dreigementen en uitsluiting.

De situatie op universiteiten en hogescholen is niet uniek. Onder het mom van antizionisme lijkt antisemitisme haast in alle lagen van de samenleving te zijn genormaliseerd. Dit is niet alleen verontrustend voor de Joodse gemeenschap, maar het zou de hele samenleving wakker moeten schudden.

Steun

Gelukkig zijn er politici, journalisten, academici en maatschappelijke leiders die duidelijk stelling nemen tegen antisemitisme. Hun steun en solidariteit zijn van onschatbare waarde. Ondanks onze kleine aantallen – alle Joodse Nederlanders samen zijn nog niet eens 1 kiesdeler – is het bemoedigend om te zien hoeveel mensen ons steunen en ervoor zorgen dat we niet alleen staan – daarvoor wil ik hen, en zeker ook u hier aanwezig, nadrukkelijk bedanken.In de strijd tegen antisemitisme wil ik ook de belangrijke rol van de Nationaal Coördinator Antisemitismebestrijding (NCAB) benadrukken. Een van de pijlers van het werk van de NCAB is het bevorderen van Holocausteducatie. Het belang daarvan kan niet worden onderschat want het is cruciaal dat ook de toekomstige generaties leren over de gevaren van haat, onwetendheid en discriminatie. Holocausteducatie herinnert ons aan de verschrikkingen die ontstaan wanneer haat wordt getolereerd of genegeerd.

Toekomstige stappen

De Joodse gemeenschap maakt slechts 1/3 van 1% uit van de Nederlandse bevolking. Onze gemeenschap vraagt niet om een uitzonderingspositie, maar ik wil wel wijzen op de specifieke behoeften op het gebied van bijvoorbeeld beveiliging, welzijn en educatie. Daarom zal het CJO de komende tijd in gesprek gaan met politici en bestuurders om te pleiten voor een model zoals in Oostenrijk waar de Joodse gemeenschap een jaarlijkse bijdrage voor het behoud van cultureel erfgoed en de ondersteuning van Joods gemeenschapsleven ontvangt. Geen religieuze subsidie, maar een structurele bijdrage om ervoor te zorgen dat de gemeenschap zich kan beschermen en ontwikkelen. Ik hoop dat wij hierbij op uw steun kunnen rekenen.

Centraal Archief Bijzondere Rechtspleging

Op 2 januari a.s. wordt een begin gemaakt van de online toegankelijkheid van het Centraal Archief Bijzondere Rechtspleging, het zogenaamde CABR archief. Deze archieven bevatten dossiers van de processen die na de oorlog zijn gevoerd tegen collaborateurs en oorlogsmisdadigers.

Dankzij de digitalisering kan iedereen, en dus ook slachtoffers en hun nabestaanden, deze beladen archieven inzien. Dit geeft hen de mogelijkheid om hun persoonlijke verhalen te verkennen en te begrijpen. Dat is een belangrijke stap in het bewaren van herinneringen en het versterken van historisch bewustzijn.

Er zijn mensen die deze openstelling met een beroep op de AVG willen tegenhouden. Wij vinden dat zeer onwenselijk, en wij zijn niet de enigen. Binnenkort wordt in de Tweede Kamer de Archiefwet behandeld, en wij doen hierbij een dringend beroep op u om Overweging 158 van de AVG- zo snel mogelijk op te nemen in de Archiefwet. Overweging 158 is namelijk de belangrijke uitzondering in de AVG voor archieven die gegevens verwerken die te maken hebben met genocide.

Volgend jaar herdenken we dat het 80 jaar geleden is dat de oorlog eindigde. Ik weet nog dat we 40 jaar bevrijding vierden. Dat was is 1985, en ik was nog een jonge jongen. Ik stelde destijds aan rabbijn Drukarch z.l. voor om een artikel te schrijven over 40 jaar bevrijding. Hij boog voorover en zei mij: “Chanan, vergeet niet; wij zijn nog niet bevrijd. Deze woorden klinken nog steeds na.

Ik wil afsluiten met het uitspreken van mijn grote dank aan iedereen die zich inzet voor een rechtvaardige en vreedzame samenleving en met het uitspreken van de wens dat de gegijzelden snel thuis zullen komen wens ik u allen een Shana Tova Oemetoeka – een goed en zoet jaar.