Het Centraal Joods Overleg (CJO) is diep teleurgesteld over het besluit van minister Eppo Bruins van Cultuur om de online openstelling van het Centraal Archief Bijzondere Rechtspleging (CABR-archief) uit te stellen. Deze beslissing verhindert directe toegang tot essentiële informatie voor Joodse overlevenden en nabestaanden die de geschiedenis van hun families willen reconstrueren.
CJO-voorzitter Chanan Hertzberger: “Het CABR-archief bevat naast informatie over daders ook cruciale slachtofferinformatie. Hiermee zou eindelijk inzichtelijk worden hoe, op persoonsniveau, Joden in Nederland in handen vielen van de nazi-bezetters, bijvoorbeeld door arrestatie tijdens onderduik. Dit uitstel is niet alleen een enorme teleurstelling, maar feitelijk een schande, nu het op de valreep voorlopig niet doorgaat.”
De oorlogsgeneratie sterft uit en directe nazaten raken op hoge leeftijd. Tegelijkertijd wordt de huidige generatie Nederlandse Joden getroffen door intergenerationeel trauma. Het uitstel betekent dat vele families mogelijk nooit de kans zullen krijgen om het lot van hun vermoorde familieleden te achterhalen. Het CABR-archief is momenteel fysiek ontoegankelijk op naam van slachtoffers, wat een grote belemmering vormt voor nabestaanden.
Het CJO benadrukt dat volledige openbaarheid een fundamenteel recht is van overlevenden, nabestaanden en andere betrokkenen. Transparantie is niet alleen cruciaal om de gebeurtenissen van de Holocaust te begrijpen, maar ook om bewustzijn te creëren en nieuwe vormen van antisemitisme en haat tegen te gaan.
“De tijd dringt, het is inmiddels tachtig jaar geleden!” aldus Hertzberger. “Wij roepen de minister op om de online toegankelijkheid van de oorlogsarchieven zo spoedig mogelijk te realiseren. Het is essentieel om lessen te trekken uit de geschiedenis om haat en onwetendheid te bestrijden.”