Recente antisemitische uitbarstingen laten zien dat niet kan worden gewacht met concrete maatregelen om de Joodse gemeenschap te beschermen
De vandaag door het kabinet gepresenteerde Strategie Antisemitismebestrijding lijkt een belangrijke stap in het bestrijden van het snel toenemende antisemitisme in Nederland. Zo is het CJO verheugd dat er eindelijk werk gemaakt zal worden van de financiering van veiligheidsmaatregelen – hierdoor wordt duidelijk dat de overheid erkent hoe onevenredig zwaar deze lasten op de Joodse gemeenschap drukken. CJO-voorzitter Chanan Hertzberger: “Dit is natuurlijk een belangrijke stap, zeker als je bedenkt dat de Joodse gemeenschap al decennia zelf de torenhoge kosten voor haar beveiliging moet dragen.” Hetzelfde geldt voor de nazorg van antisemitisme die de overheid bereid is te financieren via Joods Maatschappelijk Werk. Niet minder belangrijk is de aanpak die de regering nu gaat plegen op online antisemitisme door structureel inzicht daarin te gaan krijgen. In dat kader is het ook een goede eerste stap dat de regering met het Commissariaat voor de Media in gesprek gaat om social media accounts met meer dan 500.000 volgers te handhaven op het naleven van de Nederlandse wet- en regelgeving.
Het CJO is verder blij dat minister van Justitie en Veiligheid, David van Weel jaarlijks 4,5 miljoen euro gaat vrijmaken om antisemitisme te bestrijden. Terecht dat het kabinet vaststelt dat antisemitisme in verschillende groepen in de samenleving voorkomt, bijvoorbeeld in extreem-linkse groepen, extreemrechtse groepen en in delen van de moslimgemeenschap. De aanpak is dan ook op de volle breedte gericht waaronder ook het antisemitisme in de voetbalstadions. Het CJO vraagt hier al langer aandacht voor.
Hertzberger: “Ik wil benadrukken dat we blij zijn met deze door het kabinet gepresenteerde strategie, waarbij wel zeg: eindelijk. Er wordt veel aandacht besteed aan bewustwording en onderwijs. Dat is vanzelfsprekend belangrijk, maar de pogrom die op 7-8 november in Amsterdam plaatsvond laat zien dat er nu concrete maatregelen moeten komen om het voortwoekerende antisemitisme te stoppen.”
Hertzberger doelt op de eerder door het CJO gepresenteerde actiepunten die de overheid op zo kortst mogelijke termijn moet nemen om het steeds openlijkere antisemitisme in Nederland te bestrijden. Hertzberger: “Onze universiteiten zijn broeinesten van antisemitisme. Op straten en pleinen wordt opgeroepen tot het vermoorden van Joden. Reizigers worden geïntimideerd op stations. Organisaties die geweld en terrorisme verheerlijken wordt geen strobreed in de weg gelegd. Culturele instellingen weren Joodse artiesten en alles wat te maken heeft met het Jodendom. Vaak onder het mom dat het ‘in deze tijd niet verstandig is’ of omdat medewerkers van instituten ‘zich onveilig voelen.’ Dat is onzin natuurlijk, want burgemeesters hebben duidelijk gemaakt dat ze altijd voor adequate beveiliging zullen zorgen.”
Hertzberger vervolgt: “Hoewel het erop lijkt dat de politieke wil er is om echt werk te maken van de bestrijding van antisemitisme blijft het bijvoorbeeld als het om de culturele sector gaat of de aanpak van antisemitische haatzaaiende social media-accounts vooralsnog bij het hanteren van bestaande instrumenten. Terwijl we zien dat het bestaande instrumentarium gewoonweg onvoldoende is. Er staat in de Strategie niet dat Samidoun links om of rechts om verboden gaat worden.”
