Eerder vorig jaar weigerde Kuwait Airlines een Israëlische passagier. De Israëli wilde middels een vlucht van Kuwait Airlines reizen van Frankfurt tot Bangkok, met een tussenstop in de stad Kuwait. Toen de vliegtuigmaatschappij erachter kwam dat de man met een Israëlisch paspoort reisde, werd zijn vlucht geannuleerd.
De Israëlische passagier spande hierop in Duitsland een rechtszaak aan. De Duitse rechter oordeelde dat de vluchtmaatschappij in zijn recht stond. De rechtbank in Frankfurt claimde dat Kuwait Airlines met deze beslissing de wetten van Kuwait naleefde, deze erkennen namelijk het bestaan van de staat Israël niet. De Zentralrat der Juden, de Duitse tegenhanger van het CJO, heeft aangegeven dat zij het onacceptabel vindt dat een buitenlands bedrijf in Duitsland kan opereren op basis van antisemitische wetten.
Recentelijk heeft Europarlementariër Auke Zijlstra hierover vragen gesteld aan de Europese Commissie. De PVV-parlementariër vindt dat de Europese Commissie zich ‘diep verscholen’ heeft bij de behandeling van deze vragen, ‘de Commissie duikt’. Zijlstra wil dan ook weten of de Commissie van mening is dat de rechterlijke uitspraak discriminerend is en op welke wijze de Commissie het Duitse systeem zal laten conformeren aan de Europese waarde van non-discriminatie.